Luister alsjeblieft naar wat ik NIET zeg
Smeekbede van een kind in de kerker van zijn hechtingsstoornis

laat mij je niet voor de gek houden
laat je niet door mijn gezicht in de luren leggen want ik draag een masker
een masker, dat ik niet durf af te zetten
"doen alsof" is een kunst en mijn tweede natuur maar laat je alsjeblieft niet voor de gek houden

ik geef je de indruk dat ik zelfverzekerd ben
dat alles zonnig is, zowel binnen in mij als buiten dat Vertrouwen mijn naam is en ik echt "cool" ben dat ik niemand nodig heb
maar alsjeblieft geloof me niet . . . . . !

mijn uiterlijk lijkt onberispelijk
maar daaronder borrelt de verwarring, de angst de eenzaamheid, de pijn
maar dat verberg ik, want ik wil dat niemand dat weet mijn zwakte veroorzaakt paniek in mij
bang dat ze mijn angst en pijn kunnen zien daarom heb ik een masker
help me . . . . !

ik heb hulp en zorg van mensen nodig
die genoeg van mij houden om te blijven helpen dat is het enige wat me kan redden uit mijzelf
hulp en zorg is het enige wat mij bewijst, dat ik er werkelijk toe doe . . . . .
maar dat vertel ik je niet, want dat durf ik niet, mijn angst blokkeert

ik ben bang dat jij me minder waard zult vinden en om me zult lachen en je lachen doet me zo zeer
ik ben heel bang dat ik niets ben dat ik slecht ben
en dat jij dat zult zien en me zult afwijzen net als toen . . . . . . . .
dus speel ik mijn spel, mijn wanhopige spel

ik houd niet van verstoppen, echt niet . . .
ik houd niet van die oppervlakkigheid, dat stomme spel ik wil liever gewoon zijn en blij . . . . . en mezelf
maar jij moet me daarbij helpen, ik kan het niet alleen

jij moet je hand naar me uitsteken, ook al lijkt dat het laatste wat ik wil
jij alleen kunt mijn leegte en mijn pijn wegnemen,
de pijn die ik niet wil voelen jij helpt me elke keer als je lief en bemoedigend naar mij bent
elke keer als je probeert me te begrijpen, omdat je echt om me geeft dan begint mijn hart vleugels te krijgen
hele kleine vleugels, maar toch, vleugels . . . .
met je aandacht en je begrip, kun jij leven in mij blazen ik wil dat je dat weet, dat is heel belangrijk voor mij
hoe jij een mens in mij kunt scheppen, als je daarvoor kiest en, alsjeblieft, kies voor mij . . . .

jij bent de enige die de muren om mij heen kunt afbreken de muren waarachter ik angstig trillend woon
jij bent de enige die mijn masker kan afnemen
en me kan redden uit de schaduwwereld van onzekerheid en paniek

ga alsjeblieft niet aan mij voorbij, alsjeblieft, loop niet door ik zal niet gemakkelijk voor je zijn
een lang gevoel van waardeloosheid bouwt nou eenmaal sterke muren
hoe dichter je bijkomt, hoe meer ik blindelings naar je zal slaan
dat is irrationeel . . . soms ben ik gewoon irrationeel

ik vecht precies tegen datgene waar ik naar uitschreeuw liefde en vriendelijkheid zijn sterker dan de sterkste muren
daarin ligt mijn hoop, mijn enige hoop . . . . alsjeblieft, breek die muren af met je sterke handen
met je zachte handen . . . .
want het kind in mij is beschadigd en heel gevoelig heb mij lief . . . . .

blijf je liefde geven, tegen de stroom in, al is het vaak heel zwaar laat mij niet vallen . . . .
ook niet als anderen jou laten vallen, gewoon om wie jij bent voor mij

laat het kind in mij niet verdrinken in verdriet en eenzaamheid en angst help die muren af te breken, zodat wij elkaar mogen ontmoeten
in rust en vertrouwen, eenheid en liefde, gewoon zoals we zijn zonder angst voor verlies en wéér die pijn

eens heb ik geleerd dat liefde alleen maar pijn kan zijn
leer jij mij alsjeblieft dat liefde fijn mag zijn
Mama . . . . . . help . . . !

En voor alle anderen: Help Mama . . . . !




KENMERKEN VAN HECHTINGSSTOORNIS

OORZAKEN
EERSTE ALARMSIGNALEN
KENMERKEN BIJ KINDEREN
KENMERKEN BIJ ADOLESCENTEN
IMPACT OP HET GEZIN
DOEL VAN "WAT NU?"
OPROEP VAN EEN FRANSE ADOPTIEVADER

Een veel gehoorde uitspraak van ouders van een kind met een hechtingsstoornis (gehechtheidsprobleem) is de volgende: "Het is net een bodemloze put! Je stopt er oneindig veel liefde, aandacht en zorg in, maar er komt zelden iets terug."
Vandaar dat men vroeger wel eens sprak over "bodemloosheid" of het geen-bodem-syndroom. Men bedoelde hiermee dat het kind geen zekerheid, geen vertrouwen, geen "bodem" meer had in zijn bestaan. Maar omdat deze term veelal geïnterpreteerd werd in de zin zoals bovenstaande uitspraak bedoelt, is men een andere term gaan gebruiken.

Onderstaande opsomming van kenmerken is in hoofdzaak bedoeld als leidraad voor (groot)ouders en hulpverleners. Meerdere van onderstaande gedragskenmerken komen veelal voor bij jongeren met een gehechtheidsprobleem. Bij het lezen hiervan moet men er echter steeds van uitgaan dat deze kenmerken niet veralgemeend kunnen worden. Immers, elk kind is anders en elke gezinssituatie is verschillend. Maar telkens betreft het een ernstig te nemen emotionele handicap.

Kenmerken hechtingsstoornis

Voor Hulpverleners

Kalender

Prikbord
alleen toegankelijk voor leden

Literatuurlijst
alleen toegankelijk voor leden

Contact & Lidmaatschap

Nuttige Links

Gastenboek

Discussieforum

Sommige van deze elementen werden overgenomen uit het boek "Bodemloos bestaan" van Geertje Van Egmond (1987), andere vloeien voort uit gemeenschappelijke ervaringen van de ouders die in de loop der jaren een beroep deden op onze vzw. Nog andere zijn te vinden in Hechtingsstoornissen bij kinderen door G. de Lange en C.Penninga-de Lange (19/04/2000)


OORZAKEN

Uit de anamnese blijkt dat er in het verleden van deze kinderen vrijwel altijd een (tijdelijke) onderbreking of een (definitieve) breuk was in de continuïteit van de verzorging en/of in de band tussen moeder en kind, voornamelijk gedurende de 18 eerste levensmaanden. Soms betreft het een ontbreken van elke band met een zorgpersoon of een onthouden van aandacht.

Bij adoptie zal niemand die breuk betwisten. Evenmin bij het overlijden van (één van de) ouders.

Bij pleegkinderen ligt vaak een pedagogisch onvermogen van de eerste ouders aan de grondslag. Door plaatsing in een pleeggezin wordt de band met de biologische ouders (al dan niet tijdelijk) onderbroken.

Bij biologisch eigen kinderen kan een problematische zwangerschap, langdurige hospitalisatie en/of pijnlijke medische behandelingen op jonge leeftijd aan de basis liggen. Ook baby's die vlak na de geboorte een tijd in de couveuse doorbrachten, bleken op latere leeftijd soms gehechtheidsproblemen te vertonen. Vandaar dat men belang is gaan hechten aan het contact tussen ouders en baby. Moeders (en ook vaders) mogen tegenwoordig hun couveusekindje regelmatig vasthouden, om zo een zo gezond mogelijke band tussen beiden op te bouwen.

Recent onderzoek heeft aan het licht gebracht dat een verblijf in een crèche, vóór het kind de leeftijd van 2 jaar heeft bereikt, soms ongunstige gevolgen kan hebben. Hoe meer uren de baby's in de crèche doorbrachten, hoe sterker het negatieve effect. Zo ook "tijdelijke" onbeschikbaarheid van een ouder (bijvoorbeeld wegens ziekte, post-natale depressie ...) in de beginfase van het kinderleven. Het hoeft geen betoog dat een baby of peuter dergelijke omstandigheden als een afwijzing kan ervaren, zelfs als er geen kwaad opzet mee gemoeid is. Gelukkig lijden hier niet alle kinderen in gelijke mate onder. De "emotionele veerkracht" van elk kind is immers verschillend.

Helaas is er een groep kinderen die het vertrouwen in volwassenen verliezen tengevolge van één of andere vorm van afgewezen zijn of (tijdelijk) verstoken worden van ouderlijke liefde. Eén van de gevolgen hiervan op lange termijn is dat ze ernstige ontwikkelings- en gedragsproblemen vertonen, nauw verwant aan wat bij hulpverleners bekend staat als het verwaarlozingssyndroom.

Hun ouders zijn unaniem over hun ervaringen: ondanks een overvloed aan liefde, goede wil en een opleiding, staan ze machteloos tegenover een kind dat hen niet kan of durft vertrouwen.

Uit de meest recente onderzoeken blijkt dat iedere vorm van verwaarlozing negatieve gevolgen heeft op de ontwikkeling van de hersenen met karakteriële afwijkingen als gevolg.
Zie Understanding the Effects of Maltreatment en Early Brain Development.



EERSTE ALARMSIGNALEN

Extreem aandacht eisen en tegelijk afstoten, driftmatig "vreten", zeer onregelmatig slapen.
Agressieve gelaatsuitdrukking, soms zeer kortstondig, ook bij baby's.
Een jong kind gebruikt ontlasting, urine, braken en ongeregeld eten als "wapen" in de machtsstrijd tegen de moeder (ouders).
Speelt verveeld, onaandachtig, ongeconcentreerd, destructief.
Sterke vernielzucht (speelgoed, kledij, alles waar de ouders waarde aan schijnen te hechten), slordigheid, "verliest" alles.
Straffen en belonen in alle denkbare schakeringen helpt niet: het raakt het kind niet.
Opvallend vindingrijk in pestgedrag. Mensen tegen elkaar opzetten en uitspelen.
Onmiddellijke bevrediging van behoeften: ik, nu, hebben en krijgen staat centraal. Eenmaal zijn/haar doel bereikt, wordt naar het gekregene niet meer omgekeken (geen dank, geen respect).
Vanaf de prepuberteit: seksueel provocerend gedrag.
Ontbreken van wederkerigheid in relaties, emotieloos afscheid nemen, geen heimwee.
Als ouders met meerdere van deze klachten naar de hulpverleners komen, hebben zij al een (zeer) lange weg afgelegd. Ze worden vaak afgescheept met: "Elk kind doet dat wel eens." Bij een kind met hechtingsstoornis vertaalt dat "wel eens" zich echter in een continu proces.



KENMERKEN BIJ KINDEREN

Bij een gezonde moeder-kind-binding ontstaat er in de eerste levensuren en –dagen een hechting, die ervoor zorgt dat het kind met vertrouwen in het leven kan staan. Het zal er nooit stil bij hoeven te staan dat liefde, vriendschap en vertrouwen bij het leven horen.
Voor sommige kinderen draait de eerste levensfase echter anders uit. Zij hebben nooit het fundament in hun bestaan kunnen leggen, door het ontbreken van een liefhebbende volwassene aan wie zij al dan niet waren toevertrouwd.
Gehechtheidsproblemen komen veelal voor bij adoptiekinderen die op (soms) oudere leeftijd werden geadopteerd, en waarvan de voorgeschiedenis bijgevolg onvoldoende is gekend. Ze komen echter evenzeer voor bij biologisch eigen kinderen, pleegkinderen en stiefkinderen die om een of andere reden het basisvertrouwen met ouder(s) hebben gemist.
De opvallendste kenmerken zijn de volgende:
Er is weinig of geen "ik"; daarnaast geen vertrouwen in volwassenen, met als gevolg diepgewortelde angst om (h)echte relaties aan te gaan. Er is een sterke neiging tot het leggen van oppervlakkige, wisselende kontakten. Hierdoor is de problematiek voor anderen op korte termijn slecht invoelbaar. Die anderen, inclusief hulpverleners zien (aanvankelijk) niets of weinig.
De intieme emotionele banden binnen het gezin worden als bedreigend ervaren. Oppervlakkige aandacht van talloze onbekenden wordt meer op prijs gesteld, dan de persoonlijk gerichte aandacht van enkele vertrouwde personen. Het verschil tussen vriend en vreemde wordt niet echt gevoeld. Er is tussen de verzorgende ouder(s) en het kind een permanente machtsstrijd gaande die niet waarneembaar is door derden. Emoties kunnen daarbij aan- en uitgeschakeld worden, als op bevel.
Het vroegste ervaren van "pijn" of "niet gewenst zijn" is onvoorstelbaar vernietigend. Dit ontbreken van basisvertrouwen in de allereerste levensfase uit zich vaak in vernietigingsdrang die zich richt tegen zichzelf of de naaste verwanten (ouders). Andere uitingen van die agressie kunnen zijn: wreedheid jegens dieren, vernielen, liegen en bedriegen, slapeloosheid, provocerend seksueel gedrag en weglopen. Meestal ziet men een onverzadigbare honger naar aandacht. Negatieve aandacht levert daarbij dikwijls meer resultaat op dan positieve.
Het kind heeft nauwelijks remmen of drempels. Het heeft weinig of geen schaamte- of schuldgevoel. De gewetensontwikkeling is niet op gang gekomen.
Het kind vertoont overlevingsgedrag en schijnaanpassing. Het is geniaal in het observeren, taxeren en manipuleren van de mensen om zich heen. Er is een sterke tendens de ouders en andere gezinsleden tegen elkaar uit te spelen. Evenzo met kennissen, vrienden, familie, leerkrachten, enz...
Er is nooit echt bevrediging. Het kind voelt zich steeds te kort gedaan.
Het kind heeft relatief weinig gevoel voor ruimte en tijd. Er ontstaan vaak leerproblemen ondanks een meestal normale begaafdheid.
Bij adoptiekinderen kenmerkt de beginfase zich meestal door onbegrijpelijk goed aangepast gedrag, zonder heimwee, zowel thuis als op school. Naarmate de tijd verstrijkt is het gedrag naar de verzorgende ouder(s) steeds afwijzender. Naar anderen toe blijft het begingedrag echter gehandhaafd, soms ook tegenover de ouder die niet onmiddellijk de dagelijkse zorg over het kind heeft.
Het is niet ondenkbaar dat een kind met de kalenderleeftijd van 5 jaar, de motorische vaardigheid van een 3-jarige vertoont, naast de emotionele ontwikkeling van een peuter, de cognitieve van een 2-jarige en een sociale zelfredzaamheid die men pas op 8-9 jaar verwacht. Ouders en leerkrachten krijgen dan de moeilijke opgave om uit te zoeken op welke leeftijd zij het kind moeten aanspreken en wat het op welk terrein op welk moment aankan.



KENMERKEN BIJ ADOLESCENTEN

De term "hechtingsgestoord" wordt theoretisch alleen maar gebruikt voor jongeren onder 18 jaar. Daarna spreekt men over "Borderline" (meer weten? Klik hier). Ook bij adolescenten blijven dezelfde kenmerken van kracht als bij kinderen, maar vaak uiten deze zich ook op de volgende manieren:
Weglopen of dreigen met weglopen en/of dreigen met zelfdoding.
Gaan vaak over tot psychische en/of fysische mishandeling van hun ouders.
Gaan om met verkeerde vrienden, vertoeven in twijfelachtige milieus.
Worden van school gestuurd en/of spijbelen.
Meesters in het liegen, bedriegen en manipuleren (klik hier) van hun omgeving, vrienden en ook van de hulpverlening. Ze willen steeds de regie in handen houden.
In dit verband werd in Nederland de Werkgroep Fictieve Herinneringen (Klik hier) opgericht.
Diefstal en ander crimineel gedrag.
Maken zelf NOOIT fouten. Alles wat toch fout gaat is de schuld van ANDEREN.
Houden zich praktisch nooit aan gemaakte afspraken.
Agressief gedrag (verbaal en/of fysisch).
Depressief gedrag; dreigen met zelfdoding.
Er charmant en goed verzorgd uitzien: charmeren naar de buitenwereld.
Vragen steeds om NEGATIEVE aandacht.
Narcisme en egoïsme.
Zeer beïnvloedbaar door (slechte) "vrienden"
Erkennen geen gezag: hun wil is wet.
Vermijdingsgedrag thuis, bv. naar boven gaan als de ouders beneden zijn en omgekeerd.
Verslaving allerhande.
Seksuele ontsporingen.
Zij kunnen niet goed reageren in sociale situaties. De interactie met de ouders verloopt vaak uiterst moeizaam.
Hebben zeer veel "vrienden" voor korte tijd, maar geen vaste vriendschap (allemansvriendje)
Kunnen slecht geld beheren en hebben daarom ook steeds tekort.
Hun eigengereid optreden leidt hen van de ene mislukking naar de andere catastrofe.
Maken vaak geen onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie (fictieve herinneringen) (klik hier). Ze leven als het ware in hun eigen wereld, met eigen wetten en regels en een vaak onbegrijpbare logica.
De wat oudere kinderen beschouwen hun eigen gedrag niet als een gevolg van beslissingen of keuzes die ze zelf gemaakt hebben maar als gebeurtenissen die hen gewoon overkomen of door anderen zijn veroorzaakt. Deze overtuiging, gecombineerd met hun zelfbeeld als slachtoffers laat hen niet toe zichzelf te ervaren als slachtoffers van hun eigen gedrag. Dit ondersteunt hun houding van "niet verantwoordelijk".
Evolueert soms naar borderline (meer weten? Klik hier)



DE IMPACT OP HET GEZIN

Uit al het voorgaande mag afgeleid worden dat een kind, dat niet in staat is tot het aangaan van (h)echte relaties, diepere wonden kan slaan in een gezin naarmate het daar langer in verblijft. De echte problemen blijven immers verborgen voor de buitenwereld, daar waakt het "allemansvriendje" zorgvuldig over. Diezelfde buitenwereld zadelt de ouders vaak op met schuldgevoelens ("niet in staat om een kind op te voeden"), zelfs als ze hun andere kind(eren) wel behoorlijk hebben opgevoed en er een goede band mee hebben. Waar buitenstaanders eerder geneigd zijn om de beschuldigingen van het probleemkind te geloven, raken de ouders totaal geïsoleerd: niemand gelooft/begrijpt hen. Zij kunnen nergens terecht met hun frustraties over hun niet beantwoorde, ja zelfs regelrecht afgewezen liefde en zorg.
Door de onverzadigbare honger naar aandacht van het kind met een hechtingsstoornis, komen broers en zusjes onvermijdelijk aandacht tekort. Bovendien wordt van hen een onredelijke waakzaamheid vereist, gezien hun broer/zus hun kwetsbaarheden nimmer ontziet. Voor de ouders brengt dit bijkomende spanningen mee: zij moeten niet alleen het ene kind in bescherming nemen tegen het andere, maar ook het ene kind leren omgaan met grenzen, normen en regels, terwijl die door het andere kind demonstratief met voeten worden getreden.
De grootste drama's ontstaan in die gezinnen waar het kind de ene ouder als doelwit uitkiest en de andere rond de vinger windt. Daardoor wordt een wig gedreven in het gezin.
Met name moeders zijn door hun rol als verzorgingsfiguur, door hun aanhoudende pogingen om het kind "nabij" te komen, uitermate kwetsbaar. Zij zijn de eerste slachtoffers van de (als vernietigend ervaren) afweerreacties van een kind dat zich ten diepste bedreigd voelt door de goedbedoelde toenaderingspogingen.
Het hoeft dan ook niemand te verbazen dat moeders vaak de eersten zijn die over hun belevenissen praten, schrijven, publiceren: om voor zichzelf en voor anderen te verduidelijken wat er met hun kind aan de hand is, om ook vaders attent te maken op wat in hun gezin gebeurt.
Onherstelbare verwijdering tussen de ouders is soms het gevolg van het "geraffineerd" gedrag van een kind met hechtingsproblemen. De meer "afwezige", afstandelijke ouder is immers "veiliger" voor het kind en merkt geruime tijd niets. Als het kind dan toch zijn/haar masker laat vallen, wordt door die ene ouder naar een oorzaak voor dat gedrag gezocht. In de eerste plaats wordt de schuld gezocht bij de zorgende partner. Die is (en blijft) de "mislukkeling", de dupe. Het boek Het Lege Nest is een indringende getuigenis hoe partners kunnen bezwijken onder dergelijke moeilijkheden.



DOEL VAN ONZE VERENIGING

Vzw "Wat Nu?" werd in 1990 opgericht en stelde zich tot doel het probleem van hechtingsgestoordheid bekend te maken, de ouders te begeleiden en te bemoedigen, de professionele hulpverlening te stimuleren en het wetenschappelijk onderzoek te bevorderen.
Toen wij in de negentiger jaren voor de eerste maal in Vlaanderen spraken over hechtingsstoornis (toen nog vaak bodemloosheid genoemd) bekeek men ons alsof we van een andere planeet kwamen. Daar had men nog nooit van gehoord, zelfs niet in de hulpverlening. Vaak werden we meewarig bekeken en deed men onze getuigenis af als "een uitvlucht van ouders om hun onvermogen om kinderen op te voeden te verbergen". Helaas krijgen sommige ouders dit ook nu nog te horen van sommige hulpverleners en/of artsen!
Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan in 2000 werd er op 19 mei een studiedag (lees hier meer) georganiseerd. Ruim 600 professionele hulpverleners waren op die studiedag aanwezig. Dit grote aantal aanwezigen wees op de grote behoefte die toen bestond – en nog steeds bestaat - om deze problematiek beter te begrijpen en te leren hoe er mee om te gaan.
Bij de 15de verjaardag werd op 9 september 2005 een studiedag georganiseerd met al thema: "Een spiegel van raadselen: Liegen en bedriegen bij pubers met een hechtingsstoornis". Onze betrachting is om in de toekomst nog lezingen en/of informatieavonden gegeven omtrent de problematiek.
In de eerste plaats is "Wat Nu?" is een vereniging voor en door ouders. Uit ervaring blijkt dat het kunnen spreken met lotgenoten over zijn/haar problemen, een zekere verlichting kan brengen. Ouder en kind raken zelf, maar ook samen meer en meer geïsoleerd. Ouders van een hechtingsgestoord kind krijgen van de omgeving meestal geen schouderklopjes voor hun opvoedkundige resultaten. Integendeel, onze omgeving, familie, vrienden of leerkrachten zijn doorgaans vrij gul met opmerkingen als:
"Als het mijn kind was dan ...",
"Je bent er veel te goed voor",
"Je geeft het kind geen vrijheid",
"Je geeft het kind te veel vrijheid",
"Je bent te streng"
of "Je bent niet streng genoeg."

De bijzondere opvoedkundige inspanningen, die iedere ouder van een hechtingsgestoord kind dagelijks moet opbrengen worden miskend. Vele ouders voelen zich dan ook mislukt in hun ouderschap en zijn beladen met schuldgevoelens. Dit is een essentiële doelstelling van onze contactgroep: laten inzien dat schuldgevoelens niet hoeven en niets opleveren, een luisterend oor zijn en de ouders stoom laten afblazen.

In de maandelijkse gespreksgroepen (voor leden: zie kalender) vinden ouders steun bij elkaar, wisselen ervaringen en informatie uit omtrent hulpverlening en opvoeding van hun (adoptie- en pleeg)kinderen. De steun en de solidariteit tijdens deze bijeenkomsten zijn een rijke bron om kracht uit te putten. De gespreksonderwerpen betreffen vooral de opvoedingsvraag van de ouders en de bestaande hulpverlening.
Er wordt een bepaald onderwerp, een herkenbare situatie of een vaak gestelde vraag als uitgangspunt genomen. De ouders kunnen dan hun ervaringen hierrond delen en eventueel tips uitwisselen. Ouders die voor de eerste keer komen krijgen steeds vooraf de kans om hun verhaal te doen en hun vragen te stellen, als zij dat wensen.

Ouders kunnen steeds telefonisch terecht op het secretariaat. Het eerste contact is vaak een lang telefoongesprek waarin de betrokkenen zich eindelijk begrepen voelen en de nodige informatie krijgen.

Een even groot aantal professionele hulpverleners doet beroep op onze ervaringsdeskundigheid om aan de toenemende vraag om hulp van ouders tegemoet te komen en zo trachten te voorkomen dat sommige jeugdigen in de criminaliteit terecht komen.

Omwille van de vaak voorkomende specifieke leerproblemen is er vanaf mei 2002 voor de leerkrachten een speciale brochure beschikbaar. Deze kan aangevraagd worden via het e-mailadres van

Het werkgebied van "Wat Nu?" bestrijkt heel Vlaanderen. Sedert 1995 is de vzw "Wat Nu?" erkend door de Vlaamse Gemeenschap en wordt sedert 2001 voor haar werking gesubsidieerd. Ook op het politieke vlak laat "wat Nu?" niet na het probleem van hechtingsgestoordheid aan te kaarten. Zo werd op 13 december 2001 een voorstel tot nieuw decreet ingediend in het Vlaams Parlement (voor het decreet: klik hier). Op 21 en 22 maart 2002 waren er hoorzittingen over dit nieuwe decreet (voor de samenvatting van de ingediende tekst van Wat Nu? bij de hoorzitting in het Vlaams Parlement: klik hier). Dit decreet werd op 12 februari 2004 in de Parlementaire commissie Welzijn goedgekeurd en zou in voege treden op 1 januari 2005.

In 2010 werd een Staten-Generaal omtrent adoptie georganiseerd. Ook hier zaten enkele ouders van "Wat Nu?" mee aan tafel, om het belang van een goede voorbereiding en degelijke nazorg bij adoptie aan te kaarten. Naar aanleiding van deze Staten-Generaal vroeg "Wat Nu?" het statuut van trefgroep aan. Op die manier nemen we actief deel aan het adoptiebeleid in Vlaanderen, door vergaderingen met Kind & Gezin, Steunpunt Nazorg Adoptie, het VAG, enz. Het statuut werd ons intussen toegekend.

Een veel gehoorde uitspraak van ouders van een kind met een hechtingsstoornis (gehechtheidsprobleem) is de volgende: "Het is net een bodemloze put! Je stopt er oneindig veel liefde, aandacht en zorg in, maar er komt zelden iets terug."
Vandaar dat men vroeger wel eens sprak over "bodemloosheid" of het geen-bodem-syndroom. Men bedoelde hiermee dat het kind geen zekerheid, geen vertrouwen, geen "bodem" meer had in zijn bestaan. Maar omdat deze term veelal geïnterpreteerd werd in de zin zoals bovenstaande uitspraak bedoelt, is men een andere term gaan gebruiken.

Onderstaande opsomming van kenmerken is in hoofdzaak bedoeld als leidraad voor (groot)ouders en hulpverleners. Meerdere van onderstaande gedragskenmerken komen veelal voor bij jongeren met een gehechtheidsprobleem. Bij het lezen hiervan moet men er echter steeds van uitgaan dat deze kenmerken niet veralgemeend kunnen worden. Immers, elk kind is anders en elke gezinssituatie is verschillend. Maar telkens betreft het een ernstig te nemen emotionele handicap.

Sommige van deze elementen werden overgenomen uit het boek "Bodemloos bestaan" van Geertje Van Egmond (1987), andere vloeien voort uit gemeenschappelijke ervaringen van de ouders die in de loop der jaren een beroep deden op onze vzw. Nog andere zijn te vinden in Hechtingsstoornissen bij kinderen door G. de Lange en C.Penninga-de Lange (19/04/2000)



Oproep van een adoptievader uit Frankrijk: KLIK HIER.

© 2011 Alle rechten zijn voorbehouden aan Wat Nu? vzw.
Niets van deze pagina mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Voor het overnemen van gedeelte(n) van deze pagina in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken, in welke vorm dan ook, dient men zich tot te wenden.


Naar Boven