Wat Nu
WAT KUNT U ALS HULPVERLENER DOEN?
  


1.Voor de ouders: ouders die hulp vragen hebben recht op erkenning van hun hulpvraag.
  • houd uw bevraging (o.m. over achtergrond, voorgeschiedenis van het kind) naar de ouders toe zo neutraal, ontschuldigend mogelijk.
  • stel u luisterbereid op zonder vooringenomenheid of schuldvragen
  • realiseer u terdege dat ouders vaak pas naar hulpverleners toe komen, nadat hun eigen inventiviteit uitgeput is. Nadat zij alle denkbare adviezen van omstanders hebben uitgeprobeerd, zonder succes. Zij verwachten meer of andere raad van U, dan: "Het groeit er wel uit." Interpreteer hun wanhoop en radeloosheid vooral niet als oorzaak, maar als gevolg van de hechtingsproblemen van hun kind.
  • wijs hen op het belang van eendracht tussen beide ouders: als zij elkaar geloven en steunen, kunnen zij coalitievorming tussen het kind en een ouder (met uitsluiting van de ander) beperken of verhinderen.
  • ouders ondersteunen, bevestigen in hun positieve betrokkenheid.
  • waar afstand nemen en/of uithuisplaatsing van het kind (al dan niet tijdelijk) de enige haalbare kaart is, kan uw inlevingsvermogen in het verdriet van de ouders en andere gezinsleden hen tot steun zijn. De noodzaak om hun kind aan professionele hulpverleners toe te vertrouwen, stelt geen einde aan de betrokkenheid, de zorg en het verantwoordelijkheidsgevoel van de ouders.
  • doorverwijzen naar professionele hulpverleners die (mogelijk meer) vertrouwd zijn met deze thematiek.
  • ouders attent maken op het bestaan van de oudercontactgroep "Wat Nu?" waar zij op begrip en (h)erkenning van lotgenoten kunnen rekenen - Zie adres en telefoonnummers van het secretariaat en regionale contactpersonen.

    2. Voor het kind: hulpverleners zijn soms (te) lang bezig met het bijsturen van de ouders, vergeten of veronachtzamen dat ook het kind geholpen moet worden.

  • probeer het kind neutraal en afstandelijk tegemoet te treden. Realiseer u dat kinderen met hechtingsproblemen zich bedreigd voelen door emotionele nabijheid, dat ze bang zijn voor diepgaande relaties. Daarom zullen ze zelf niet (zo gauw) om hulp vragen. Wees dus voorzichtig in uw benadering.
  • onderken de hoger genoemde alarmsignalen en gedragskenmerken. Afhankelijk van uw functie en positie t.a.v. kind en andere gezinsleden, zult u bedacht moeten zijn op consequenties van dit gedrag in elke specifieke situatie (vb. in gezinsbegeleiding, op school, tijdens consultaties, enz.)
  • structuur geven - duidelijke grenzen stellen en deze consequent handhaven, met een gepaste dosering van aandacht en afstandelijkheid, van aanmoediging, van beloning en correctie.
  • mee helpen zoeken naar adequate opvang, naar (al dan niet residentiële) behandeling en aangepaste onderwijsvormen.
  • 3. Naar buitenstaanders toe:
  • misschien heeft u toegang tot de nabije omgeving (buurt, kennissenkring, familie) van gezinnen die lijden onder "bodemloos, hechtingsgestoord samenleven". Hier kan u deze omstanders attent maken op het gevaar van (ongezonde) coalitievorming tussen het betreffende kind en de omgeving.
  • informatie verspreiden: zowel onder hulpverleners als onder een breder publiek kan u deze problematiek mee (her)kenbaar maken, teneinde meer begrip te krijgen voor deze kinderen, hun broers, zusjes en ouders.

    Uit ervaring weten we dat al te veel 'professionele hulpverleners' gaan proberen het vertrouwen te winnen van het hechtingsgestoorde kind dat ze in behandeling hebben. Zij gaan er vaak nog steeds van uit dat ze daarin zullen slagen. Ze hebben in het begin echter niet door hoe het kind hen manipuleert, hoe het kind langzamerhand de regie zelf in handen neemt en het tot een algehele mislukking zal aflopen. De schade die dit veroorzaakt is onoverzichtelijk. Wat ouders na 5, 10 of 20 jaar niet kunnen bereiken moeten zij niet hopen te bereiken op enkele dagen, weken of maanden!

    Een aanrader voor de hulpverleners: hoe ze het zeker NIET moeten doen, hoe ze zich moeten verhouden t.o.v. een hechtingsgestoord, bodemloos kind, kunt U lezen op de pagina's van www.bodemloos.com.


  • Meer informatie over de lichamelijke gevolgen van hechtingsstoornis kunt u hier en hier vinden.

    ENKELE TIPS VOOR DE HULPVERLER

    Vorige pagina      Volgende pagina


    © Wat Nu? vzw

    © 2010 Alle rechten zijn voorbehouden aan Wat Nu? vzw
    Niets van deze pagina mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Voor het overnemen van gedeelte(n) van deze pagina in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken, in welke vorm dan ook, dient men zich tot Wat Nu? vzw te wenden.