
Ouders steunen ouders: Wat Nu? v.z.w. werd in 1990 opgericht en heeft haar werkgebied over heel Vlaanderen. Ze stelt zich tot doel het probleem van het hechtingsgestoorde kind bekend te maken, de ouders te begeleiden en te bemoedigen.

In de gespreksgroepen vinden ouders steun bij elkaar, wisselen ervaringen en informatie uit omtrent hulpverlening en opvoeding.
Samen met de regionale contactouders wordt een bepaald thema besproken onder begeleiding van een vaste medewerker van de werkgroep.

De steun en de solidariteit tijdens deze bijeenkomsten zijn een rijke bron om kracht uit te putten. De gespreksonderwerpen betreffen vooral de opvoedingsvraag van de ouders en de bestaande hulpverlening.

Ouders formuleren het vaak zo: "Ons kind heeft hulp nodig, maar wij ook!" Een gezin bestaat uit verschillende leden die elk een eigen positie hebben en een eigen rol spelen.
Een hechtingsgestoord kind beïnvloedt de relaties tussen vader en moeder, tussen broers en zussen, soms zo sterk dat het evenwicht binnen het gezin verstoord wordt of sterker nog: het kind probeert een wig te drijven in de relatie tussen de verschillende gezinsleden.

Ouders gaan twijfelen aan hun kwaliteiten als opvoeders.

De extra aandacht die het probleemkind vraagt, gaat vaak ten koste van de tijd die aan andere kinderen wordt besteed. Zo kan het gebeuren dat ook broers en zussen begeleiding nodig hebben om opnieuw een goede relatie op te bouwen, dat een moeder er depressief of ziek van wordt. Bovendien is er de sociale druk en de controle van de familie en van de buitenwereld.

Ouder en kind raken zelf, maar ook samen meer en meer geïsoleerd. Ouders van een hechtingsgestoord kind krijgen van de omgeving meestal geen schouderklopjes voor hun opvoedkundige resultaten. Integendeel, onze omgeving, familie, vrienden of leerkrachten zijn doorgaans vrij gul met opmerkingen als: