Wat Nu

EERSTE ALARMSIGNALEN van HECHTINGSSTOORNIS

  • extreem aandacht eisen +afstoten, driftmatig "vreten", zeer onregelmatig slapen.
  • agressieve gelaatsuitdrukking, soms zeer kortstondig, ook bij baby's.
  • jong kind gebruikt ontlasting, urine, braken en ongeregeld eten als "wapen" in de machtsstrijd tegen de moeder (ouders).
  • speelt verveeld, onaandachtig, ongeconcentreerd, destructief.
  • sterke vernielzucht (speelgoed, kledij, alles waar de ouders waarde aan hechten) slordigheid, "verliest" alles.
  • straffen en belonen in alle denkbare schakeringen, helpt niet, raakt het kind niet.
  • opvallend vindingrijk in pestgedrag, mensen tegen elkaar opzetten en uitspelen.
  • onmiddellijke behoeftenbevrediging: ik, nu, hebben en krijgen staat centraal; naar het gekregene wordt niet meer omgekeken (geen dank, geen respect).
  • vanaf de prepuberteit: seksueel provocerend gedrag.
  • ontbreken van wederkerigheid in relaties, emotieloos afscheid nemen, geen heimwee.

    Als ouders met meerdere van deze klachten naar de hulpverleners komen, hebben zij al een (zeer) lange weg afgelegd. Ze worden vaak afgescheept met: "Elk kind doet dat wel eens." Bij een kind met hechtingsstoornis vertaalt dat "wel eens" zich echter in een continu proces.

    Deze kinderen beheersen de kunst om iedereen, zelfs veteranen in de hulpverlening, rond de vinger te winden. Vaak hebben ze buren, familie, vrienden, de hele omgeving van hun ouders "bewerkt" en ingepalmd door zichzelf op een heel andere, positievere manier voor te stellen buitenshuis dan in het gezin. In sommige omstandigheden bewerken ze de buitenwereld door zich aan te dienen als slachtoffer van een verwaarlozende of mishandelende ouder. Daardoor krijgt iedereen, inclusief de hulpverlener, een verkeerde kijk op "wat er aan de hand is en met wie". Met als spijtig gevolg dat de hulpvraag van moegetergde ouders, die door hun radeloosheid een overspannen indruk geven, soms (te lang) verkeerd begrepen wordt.

    Ook is het niet ondenkbaar dat een kind met de kalenderleeftijd van 5 jaar, de motorische vaardigheid van een 3-jarige vertoont, naast de emotionele ontwikkeling van een peuter, de cognitieve van een 2-jarige en een sociale zelfredzaamheid die men pas op 8-9 jaar verwacht. Ouders, hulpverleners en leerkrachten krijgen dan de moeilijke opgave om uit te zoeken op welke leeftijd zij het kind moeten aanspreken en wat het op welk terrein op welk moment aankan.

  • ENKELE BELANGRIJKE TIPS VOOR DE HULPVERLENER

  • Vorige pagina  Volgende pagina


    © Wat Nu? vzw
    © 2010 Alle rechten zijn voorbehouden aan Wat Nu? vzw
    Niets van deze pagina mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Voor het overnemen van gedeelte(n) van deze pagina in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken, in welke vorm dan ook, dient men zich tot Wat Nu? vzw te wenden.