Wat Nu?(7) VLAAMSE VERENIGING VAN OUDERS VAN BODEMLOZE, HECHTINGSGESTOORDE KINDEREN.Kenmerken DEZE PAGINA'S MOGEN ALLEEN VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK UITGEPRINT WORDEN. STUDENTEN DIENEN AAN WAT NU? TOELATING TE VRAGEN OM DEZE TE VERWERKEN. MOGELIJKE OORZAKEN Uit de anamnese blijkt dat er in het verleden van deze kinderen vrijwel altijd een (tijdelijke) onderbreking of een (definitieve) breuk was in de continuïteit van de verzorging en/of in de band tussen moeder en kind, voornamelijk gedurende de 18 eerste levensmaanden, soms een ontbreken hiervan of een onthouden van aandacht. bij adoptie zal niemand die breuk betwisten. Evenmin bij overlijden van (één der) ouders. bij pleegkinderen ligt vaak pedagogisch onvermogen van de eerste ouders in het dossier opgeslagen. Door plaatsing in een pleeggezin wordt de band met de biologische ouders (al dan niet tijdelijk) onderbroken. bij biologisch eigen kinderen kan een problematische zwangerschap, couveusetijd, langdurige hospitalisatie en/of pijnlijke medische behandelingen op jonge leeftijd aan de basis liggen. Recent onderzoek heeft aan het licht gebracht dat een verblijf in een crèche, vóór het kind de leeftijd van 2 jaar heeft bereikt, soms ongunstige gevolgen kan hebben. Hoe meer uren de baby's in de crèche doorbrachten, hoe sterker het negatieve effect Alsook "tijdelijke" onbeschikbaarheid van een ouder (bijvoorbeeld wegens ziekte, post-natale depressie ...) in de beginfase van het kinderleven. Het hoeft geen betoog dat een baby of peuter dergelijke omstandigheden als een afwijzing kan ervaren, zelfs als er geen kwaad opzet mee gemoeid is. Uiteraard lijden hier niet alle kinderen in gelijke mate onder. Gelukkig maar! Helaas is er een groep kinderen die het vertrouwen in volwassenen verliezen tengevolge van één of andere vorm van afgewezen zijn of (tijdelijk) verstoken worden van ouderlijke liefde. Eén van de gevolgen hiervan op lange termijn is dat ze ernstige ontwikkelings- en gedragsproblemen vertonen, nauw verwant aan wat bij hulpverleners bekend staat als het verwaarlozingssyndroom. Hun ouders zijn unaniem over hun ervaringen: ondanks opleiding, goede wil en overvloed aan liefde, staan ze machteloos tegenover een kind dat hen niet kan of durft vertrouwen. © Hans Vereycken