Wat Nu? (5) VLAAMSE VERENIGING VAN OUDERS VAN bodemloze, hechtingsgestoorde, HECHTINGSGESTOORDE KINDEREN. DOELKenmerken DEZE PAGINA'S MOGEN ALLEEN VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK UITGEPRINT WORDEN. STUDENTEN DIENEN AAN WAT NU? TOELATING TE VRAGEN OM DEZE TE VERWERKEN. DOEL VAN DE OUDERKONTAKTGROEP Ouders steunen ouders: Wat Nu? v.z.w. werd in 1990 opgericht en heeft haar werkgebied over heel Vlaanderen. Ze stelt zich tot doel het probleem van het bodemloze, hechtingsgestoorde kind bekend te maken, de ouders te begeleiden en te bemoedigen. In de gespreksgroepen vinden ouders steun bij elkaar, wisselen ervaringen en informatie uit omtrent hulpverlening en opvoeding. Samen met de regionale contactouders wordt een bepaald thema besproken onder begeleiding van een vaste medewerker van de werkgroep. De steun en de solidariteit tijdens deze bijeenkomsten zijn een rijke bron om kracht uit te putten. De gespreksonderwerpen betreffen vooral de opvoedingsvraag van de ouders en de bestaande hulpverlening. Ouders formuleren het vaak zo: "Ons kind heeft hulp nodig, maar wij ook!" Een gezin bestaat uit verschillende leden die elk een eigen positie hebben en een eigen rol spelen. Een bodemloos, hechtingsgestoord kind beïnvloedt de relaties tussen vader en moeder, tussen broers en zussen, soms zo sterk dat het evenwicht binnen het gezin verstoord wordt of sterker nog: het kind probeert een wig te drijven in de relatie tussen de verschillende gezinsleden. Ouders gaan twijfelen aan hun kwaliteiten als opvoeders. De extra aandacht die het probleemkind vraagt, gaat vaak ten koste van de tijd die aan andere kinderen wordt besteed. Zo kan het gebeuren dat ook broers en zussen begeleiding nodig hebben om opnieuw een goede relatie op te bouwen, dat een moeder er depressief of ziek van wordt. Bovendien is er de sociale druk en de controle van de familie en van de buitenwereld. Ouder en kind raken zelf, maar ook samen meer en meer geïsoleerd. Ouders van een bodemloos, hechtingsgestoord kind krijgen van de omgeving meestal geen schouderklopjes voor hun opvoedkundige resultaten. Integendeel, onze omgeving, familie, vrienden of leerkrachten zijn doorgaans vrij gul met opmerkingen als: "Als het mijn kind was dan ..." "Je bent er veel te goed voor." "Je geeft het kind geen vrijheid." "Je geeft het kind te veel vrijheid." "Je bent te streng." "Je bent niet streng genoeg." De bijzondere opvoedkundige inspanningen, die iedere ouder van een bodemloos, hechtingsgestoord kind dagelijks moet opbrengen worden miskend. Vele ouders voelen zich dan ook mislukt in hun ouderschap en zijn beladen met schuldgevoelens. Dit is een essentiële doelstelling van onze contactgroep: laten inzien dat schuldgevoelens niet hoeven en niets opleveren, een luisterend oor zijn en de ouders stoom laten afblazen. De ouder wordt zo beurtelings beluisterde en luisteraar. Ouders kunnen steeds telefonisch terecht op het secretariaat en bij de contactpersonen in hun regio of via e-mail. Het eerste contact is vaak een lang telefoongesprek waarin de betrokkenen zich eindelijk begrepen voelen en de nodige informatie krijgen. Vervolgens wordt hen een informatiepakket toegestuurd en volgt desgewenst een kennismakingsgesprek. Elke derde donderdag van de maand zijn er algemene ledenvergaderingen te Wemmel in het C.C. van de Vlaamse gemeenschap De Zandloper. Verder zijn er nog om de twee maanden regionale bijeenkomsten per provincie.(zie activiteiten.) Via dit sekretariaat kunt U desgewenst een beroep doen op de leden van de ADVIESRAAD van Wat Nu?, bestaande uit: - een kinderpsychiater, een orthopedagoog, een psycholoog-criminoloog, een advocaat, een juriste, een notaris, een psychiatrisch verpleegkundige, een maatschappelijk werkster, andere hulpverleners en ervaringsdeskundigen. © Wat Nu? vzw